1 druk | ISBN 978-94-6315-094-1 | deel VBR preadvies, nr. 51 | NUR 823 | 2023 | 144 pagina's

Samenvatting

Het aanhoudende woningtekort in Nederland heeft de landelijke politiek in beweging gebracht. Zo is de nationale ruimtelijke ordening terug van weggeweest. Ook gaat het Rijk de regie op de volkshuisvesting hernemen. Er zijn ambitieuze doelstellingen: tot en met 2030 moeten er 900.000 nieuwe woningen worden gebouwd. Daarvan moet tenminste twee derde uit betaalbare huur- en koopwoningen bestaan. Ontwikkelaars en marktpartijen, maar ook gemeenten, provincies en woningcorporaties staan hiermee voor een opgave van formaat.

 

De sturing van de woningbouwopgave valt in drie aspecten uiteen. In de eerste plaats stelt de bouwopgave hoge eisen aan de gemeentelijke regie bij gebiedsontwikkeling. Betaalbare woningprogramma’s moeten worden gerijmd met een sluitende grondexploitatie. Hoe kunnen gemeenten ruimtelijke sturing combineren met publiek- en privaatrechtelijke instrumenten ter verwerving van gronden en bekostiging van gebiedsontwikkelingen? Hoe worden doelen gerealiseerd als marktpartijen gronden bezitten en ontwikkelen? In de tweede plaats ontsnappen ook de woningcorporaties niet aan de nationale regieplannen. Richten zij zich als private onderneming op een eigen belang, of gaan zij in toenemende mate een uitvoerende functie vervullen? Ten derde gaan de interbestuurlijke verhoudingen een nieuw tijdperk in. Het Rijk schakelt na een lange periode van teruggetrokken beleid over naar een actieve bemoeienis met woningbouw en ruimtelijke ordening. Welke betekenis gaat het publiekrechtelijke sturingsinstrumentarium hierbij vervullen?

 

Het VBR preadvies van dit jaar gaat in op elk van deze aspecten. Preadviseurs Arjan Bregman (hoogleraar Bouwrecht Rijksuniversiteit Groningen), Kars de Graaf (hoogleraar Bestuursrecht en duurzaamheid Rijksuniversiteit Groningen), Constantijn Hageman (Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) en Eelkje van de Kuilen (AKD) gaan in op de vernieuwingen die de gestuurde woningbouwopgave met zich meebrengt. Hiermee is de bouwrechtprofessional goed voorbereid op de juridische uitdagingen die de bouwpraktijk de komende jaren te wachten staat.

Inhoudsopgave

prof. dr. ir. A.G. (Arjan) Bregman

Hoogleraar bouwrecht Rijksuniversiteit Groningen en verbonden aan het Instituut voor Bouwrecht en aan de ASRE

prof. mr. dr. K.J. (Kars) de Graaf

Hoogleraar bestuursrecht en duurzaamheid Rijksuniversiteit Groningen en Regeringscommissaris Omgevingswet

mr. dr. C.P. (Constantijn) Hageman

Jurist omgevingsrecht/bestuursrecht Ministerie van BZK

mr. E.A. (Eelkje) van de Kuilen-Stap

advocaat en partner bij AKD N.V.

Gerelateerde cursussen en bijeenkomsten

Zal niet getoond worden.