Op 22 maart 1977 viel het kabinet-De Uyl over de ‘wetsvoorstellen inzake de grondpolitiek’. De hedendaagse variant van die wetsvoorstellen, de Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet, heeft duidelijk een minder grote politieke impact, maar de juridische consequenties van die nieuwe wetgeving zijn veel groter. Op het terrein van onteigening, de voorkeursrechten, de landinrichting en het kostenverhaal worden aanzienlijke veranderingen – zelfs stelselwijzigingen – voorgesteld. Reden genoeg om die vier aspecten van de Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet door vier scherpe geesten kritisch te laten beschouwen, en dat is precies wat er gebeurde op VBR jaarvergadering van 2019.