Hoogleraar bouwrecht Rijksuniversiteit Groningen en verbonden aan het Instituut voor Bouwrecht en aan de ASRE
De Omgevingswet vormt een enorme stimulans van het denken over de fysieke Âleefomgeving, en zorgt voor integratie van verschillende omgevingsrechtelijke domeinen zoals ruimte, milieu, water en grondbeleid. De inwerkingtreding van de Omgevingswet zal de komende jaren de aandacht vragen van beoefenaars van het publiekrechtelijk bouwrecht. De nieuwe instrumenten van de wet maar ook het overgangsrecht zullen voor het eerst in de praktijk worden gebruikt en tot nieuwe, nog onvoorziene vragen leiden.
Dit handboek vormt een vertrekpunt voor de omgevingsrechtjurist bij beantwoording van deze vragen en beschrijft hoe de regelgeving voor het bouwen zal luiden na inwerkingtreding van de Omgevingswet. Het betreft daarbij het bouwen in ruime zin, waaronder de betekenis van regelgeving voor natuur, erfgoed, grondbeleid en milieukwaliteit. Daarbij is ook een tweede, omvangrijke stelselwijziging betrokken namelijk die van de private kwaliteitsborging op grond van de Wet kwaliteitsborging.
Eén en ander resulteert in een handboek waarin al het nieuwe recht en het Âbijbehorende overgangsrecht met betrekking tot het bouwen systematisch wordt Âbehandeld en waarmee de lezer wegwijs wordt gemaakt in het nieuwe wettelijk stelsel in algemene zin en meer specifiek de wet- en regelgeving voor het bouwen. Kortom: een ‘Handboek Bouwen onder de Omgevingswet’.
Dit boek is bedoeld voor een ieder die zich met het omgevingsrecht bezig houdt, zowel binnen het onderwijs als de (bouw)praktijk.
Auteurs: prof. dr. ir. A.G. Bregman, prof. mr. K.J. de Graaf, mr. dr. C.P. Hageman & mr. J.J. Karens, mr. H.C.W.M. Moesker, prof. dr. A.R. Neerhof, mr. dr. F.A.M. ÂHobma, mr. J. Verbeek, mr. P. de Putter, mr. S. Handgraaf, mr. J.F. de Groot, prof. mr. G.A. van der Veen & mr. M.E. ÂStuiver