Research

Ex-durante evaluatie Wet ruimtelijke ordening: tweede rapportage

prof. dr. E. (Edwin) Buitelaar |prof. dr. ir. A.G. (Arjan) Bregman |L. (Lia) van den Broek |D. (David) Evers |M. (Maaike) Galle |T. Meijer |N. (Niels) Sorel |2019

Nieuwe instrumenten zorgen voor juridische onzekerheid omdat ze afwijken van de bestaande praktijk. De makers van de nieuwe Omgevingswet doen er daarom goed aan om waar mogelijk aan te sluiten bij bestaande werkpraktijken en terughoudend te zijn met juridische noviteiten. Dat is één van de conclusies uit een tweede evaluatie van de Wet ruimtelijke ordening die in 2008 in werking trad. Andere conclusies hebben betrekking op de positie van het bestemmingsplan, het gebruik van interventie-instrumenten door hogere overheden en het functioneren van de regeling inzake grondexploitatie. Ook planologische instrumenten op grond van de Chw en Wabo zijn in het onderzoek betrokken.

Rapport (download)