Een juridisch onderzoek naar provinciale en nationale instructieregels op grond van hoofdstuk 4 van de Wro
In Nederland is de ruimtelijke ordening primair een taak van het gemeentebestuur. Door bestemmingsplannen vast te stellen bepaalt de gemeenteraad welke vormen van ruimtegebruik waar plaats mogen vinden. Maar uit het feit dat ruimtelijke ordening ook gaat over intensieve veehouderijen, windmolens, natuurgebieden en bedrijventerreinen blijkt direct dat het Rijk en de provincies op dit gebied ook een verantwoordelijkheid hebben. Sommige aspecten van de ruimtelijke ordening kunnen op gemeentelijk niveau nu eenmaal niet goed worden overzien. Het Rijk en de provincies moeten daarom de mogelijkheid hebben de inhoud van bestemmingsplannen te beïnvloeden.
In dit filmpje geeft Daan Korsse de kijker een korte overview waar zijn onderzoek over ging en wat de belangrijkste bevindingen zijn: