Hoogleraar bouwrecht Rijksuniversiteit Groningen en verbonden aan het Instituut voor Bouwrecht en aan de ASRE
Het baanbrekende Didam-arrest, dat ruim 2 jaar geleden werd gewezen (Hoge Raad 26 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1778), blijft nog altijd vragen oproepen. Dit arrest heeft gevolgen voor de in Nederland gebruikelijke praktijk dat gemeenten hun gronden ofwel via een selectieprocedure verkochten aan de marktpartij met de beste aanbieding, dan wel één-op-één vervreemdden aan een marktpartij. De vraag die de gemoederen sindsdien bezig houdt is: wat zijn de gevolgen van het Didam-arrest voor de praktijk? Zijn de gevolgen groot of zijn de gevolgen te overzien? Kortom: wat is de reikwijdte van het Didam-arrest? Tijdens dit symposium worden de vragen die het Didam-arrest oproept aan de hand van verschillende perspectieven besproken.
In dit arrest oordeelde de Hoge Raad dat een overheidslichaam bij grondverkoop gehouden is gelijke kansen te bieden, bij de verwachting dat er meerdere gegadigden zullen zijn. In het arrest kwamen, kort samengevat, in relatie tot de casus Didam de volgende drie vragen aan de orde:
1. Had de verkoop moeten worden aanbesteed?
2. Is aan de kopers (ongeoorloofde) staatsteun verleend?
3. Is de verkoop in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, in het bijzonder het gelijkheidsbeginsel?
Na een introductie van het arrest en een overzicht van de stand van zaken aan de hand van actuele jurisprudentie, worden de vragen die leven naar aanleiding van het Didam-arrest vanuit drie relevante perspectieven besproken. Tijdens deze bespreking komen de reikwijdte van het Didam-arrest, de verschillende visies daarop en de vragen die leven in de praktijk aan de orde.
Tijdens het symposium is gelegenheid tot discussie en het stellen van vragen.
Vrijdag 8 maart 2024
13.30 - 17.00 uur
1
Jaarbeurs MeetUp, Beatrixgebouw, Jaarbeursplein 6 te Utrecht
Advocatuur | Academisch geschoolde (bedrijfs)juristen en ambtenaren
Verdieping
3
100
Symposium, Studiebijeenkomsten
13.00 - 13.30 uur ontvangst
13.30 - 14.15 uur
1. Stand van zaken door prof. dr. ir. A.G. (Arjan) Bregman
Sinds de uitspraak van de Hoge Raad in de zaak Didam op 26 november 2021 is er een gestage stroom jurisprudentie op gang gekomen. Een centrale vraag daarbij is onder welke omstandigheden een geslaagd beroep kan worden gedaan op de in rechtsoverweging 3.1.5. geformuleerde uitzondering op de verplichting om voorafgaand aan de vervreemding een openbare selectieprocedure te houden. De stand van zaken bij die jurisprudentie zal worden besproken. Daarbij zullen onder meer worden betrokken de prejudiciële vragen die de Rechtbank Midden-Nederland in zijn uitspraak van 24 mei 2023 heeft gesteld aan de Hoge Raad (ECLI:NL:RBMNE:2023:2418).
14.15 - 15.00 uur
2. Perspectief: de betekenis van het aanbestedingsrecht voor de competitieve verkoop van onroerend goed door de overheid door prof. mr. C.E.C. (Chris) Jansen
In deze bijdrage staat de vraag centraal hoe de uit het Didam-arrest volgende verplichting van overheidslichamen tot het bieden van mededingingsruimte in geval van verkoop van onroerend goed in de praktijk dient te worden geoperationaliseerd. De Hoge Raad heeft in dat verband geoordeeld dat overheidslichamen dat zullen moeten doen door een passende mate van openbaarheid te verzekeren met betrekking tot de beschikbaarheid van de onroerende zaak, de selectieprocedure, het tijdschema en de toe te passen selectiecriteria. Overheidslichamen moeten hierover tijdig voorafgaand aan de selectieprocedure duidelijkheid scheppen door informatie over deze aspecten bekend te maken op zodanige wijze dat (potentiële) gegadigden daarvan kennis kunnen nemen. Deze uitwerking doet denken aan de juridische kaders waar overheidslichamen rekening mee moeten houden wanneer zij op grond van de Aanbestedingswet hun overheidsopdrachten inkopen. Die gelijkenis roept de vraag op of en, zo ja op welke wijze die kaders aanknopingspunten kunnen bieden voor een doelmatige en rechtmatige inrichting van verkoopprocedures van overheidslichamen.
15.00 - 15.15 uur pauze
15.15 - 16.00 uur
3. Perspectief: algemene beginselen van behoorlijk bestuur door mr. dr. N. (Nikky) van Triet
In de rechtspraak naar aanleiding van het Didam-arrest spelen zowel het gelijkheidsbeginsel als het vertrouwensbeginsel als algemeen beginsel van behoorlijk bestuur. Het vertrouwensbeginsel wordt door een contractspartij van de overheid ingeroepen om een overheid te houden aan gemaakte afspraken. Het gelijkheidsbeginsel ziet op het beginsel van gelijke kansen en wordt ingeroepen door derden die menen ten onrechte niet in aanmerking te zijn genomen als mogelijke contractspartij voor de overheid.
In dat geval gaat het niet om een belangenafweging tussen concrete belangen van de vertrouwende burger tegenover de overheid die zich beroept op een algemeen belang, maar om de afweging tussen twee algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Hoe valt die afweging in de rechtspraak uit en wat zijn de gevolgen voor de overheid indien zij tekortschiet in haar nakomingsverplichting doordat zij een overeenkomst of anderszins gerechtvaardigd vertrouwen wegens de Didam-rechtspraak niet kan nakomen?
16.00 - 16.45 uur
4. Perspectief: rechtsbescherming en rechtszekerheid door mr. T.A. (Tjinta) Terlien
De Hoge Raad heeft zich in het Didam-arrest niet uitgelaten over de vraag wat de rechtsgevolgen zijn van een overeenkomst die in strijd met de voorwaarden uit het Didam-arrest is gesloten. Zodoende is een van de meest prangende vragen of privaatrechtelijke overeenkomsten die in strijd met de voorwaarden uit het Didam-arrest met de overheid tot stand zijn gekomen: i. nietig, ii. vernietigbaar of iii. rechtsgeldig zijn.
16.45 - 17.00 uur
5. Conclusies en afsluiting – prof. dr. ir. A.G. (Arjan) Bregman
17.00 - 18.00 uur Borrel
Algemene voorwaarden
Voor algemene informatie en algemene voorwaarden raadpleeg de ‘Algemene voorwaarden onderwijsbijeenkomsten’.
Annuleringsvoorwaarden
Annulering dient schriftelijk dan wel elektronisch plaats te vinden bij het secretariaat van het Instituut voor Bouwrecht (onderwijs@ibr.nl). Bij annulering na deelnamebevestiging wordt € 65,- excl. BTW aan annuleringskosten in rekening gebracht plus indien van toepassing de kosten van het papieren studiemateriaal. Bij annulering minder dan 1 week vóór de aangemelde bijeenkomst - om welke reden dan ook - wordt het volledige deelnamegeld in rekening gebracht.
Indien u verhinderd bent, is het mogelijk om iemand anders in uw plaats deel te laten nemen. Graag ontvangen wij de gegevens van uw vervanger per e-mail (onderwijs@ibr.nl).
Betalingsvoorwaarden
Facturatie vindt plaats op basis van aan het Instituut voor Bouwrecht verstrekte gegevens. Indien de organisatie waar de aangemelde persoon (hierna: deelnemer) werkzaam is, aangeeft facturen slechts in behandeling te kunnen nemen indien deze zijn voorzien van specifieke informatie, bijvoorbeeld een (inkoop)ordernummer of verplichtingennummer, dient deelnemer bij diens aanmelding deze informatie te vermelden en/of mee te sturen. Indien de verstrekte gegevens na facturering onjuist en/of onvolledig blijken te zijn, waardoor de factuur aangepast en opnieuw verzonden dient te worden, wordt een bedrag van € 15,- excl. BTW aan administratiekosten in rekening gebracht. Ga naar 'Algemene voorwaarden onderwijsbijeenkomsten' voor alle Betalingsvoorwaarden.
Indien u met meerdere deelnemers wilt deelnemen dan verzoeken wij u het aantal op te hogen en de gegevens van de andere deelnemers hieronder in te vullen. Uw adresgegevens vult u in bij het afronden van de bestelling.